Overdracht van huur en onderhuur

 

Partijen bepalen in de huurovereenkomst zelf of de huurder al dan niet mag onderhuren of overdragen op iemand anders. Wordt er niets bepaald, dan is dit toegelaten. Wordt het verboden, dan mag het niet.

 

Maar zelfs bij een verbod kan de huurder nog altijd de huur overdragen of in onderhuur geven, als de handelszaak mee wordt overgedragen (behalve als de verhuurder of zijn familie ook in het pand woont).

 

Een voorbeeld:  een restaurantuitbater huurt een pand waarin hij zijn restaurant uitbaat. Hij  draagt zijn handelszaak over aan iemand die de exploitatie van het restaurant wil voorzetten. Uiteraard wil de overnemer ook dat de huurovereenkomst mee overgaat. Dat kan dus zonder probleem.

 

Om de huur samen met de handelszaak te kunnen over te dragen aan de overnemer dient de huurder uiteraard de verhuurder op de hoogte te brengen. Hij doet dit door het ontwerp van overeenkomst van overdracht (of onderhuur) aan de verhuurder te bezorgen (aangetekend/deurwaarder).

 

De verhuurder  gaat hiermee akkoord als hij niet binnen de 30 dagen gemotiveerd protesteert (aangetekend/ deurwaarder). Een geldig protest is er als de huurder de handel sedert minder dan twee jaren ter plaatse heeft uitgeoefend behoudens het geval van overlijden van de huurder of andere buitengewone omstandigheden. De Vrederechter zal oordelen in geval van discussie.  De huurder dient immers als hij aandringt binnen de 15 dagen naar de Vrederechter te stappen.

 

Na een gelukte overdracht wordt de overnemer de nieuwe huurder. Het is niet nodig een nieuwe huurovereenkomst te sluiten; de bestaande overeenkomst blijft gelden.

 

De oorspronkelijke huurder verdwijnt uit de rechtsrelatie maar hij blijft hoofdelijk gehouden tot alle uit de aanvankelijke huur voortvloeiende verplichtingen. Dit betekent dat indien de overnemer jaren later de huur niet zou betalen (of andere kosten, schadevergoedingen zou maken), dat de oorspronkelijke huurder hier nog altijd mee voor zal moeten opdraaien. Deze plicht duurt zolang de huurovereenkomst duurt tot aan een eventuele huurhernieuwing. De oorspronkelijke huurder die bedragen dient te betalen aan de verhuurder, kan deze terugvorderen van de overnemer.