Overlijden ingeval van een huurovereenkomst voor 2019

 

De huur eindigt niet bij het overlijden van de verhuurder of huurder. De erfgenamen zetten de huur voort.

 

Indien de erfgenamen deze huur niet willen, dan dienen zij op te zeggen volgens de normale regels.

 

Dit geldt trouwens voor alle soorten huur (behalve deze vanaf 2019).

 

Overlijden ingeval van een huurovereenkomst vanaf 2019

 

Wanneer de verhuurder overlijdt, dan blijft de huurovereenkomst bestaan. Diens erfgenamen zetten de huur voort.

 

Wanneer de huurder overlijdt dan kunnen de erfgenamen beslissen om de huur al dan niet voort te zetten. Zij hebben hiervoor de tijd tot de laatste dag van de 2e maand na het overlijden.

 

Als zij niets laten weten of als zij de huur niet willen voortzetten dan:

  • eindigt de huur op het einde van de 2e maand na het overlijden (= van rechtswege ontbonden)
  • is aan de verhuurder een vergoeding verschuldigd van 1 maand huur
  • dient de woning ontruimd te worden ten laatste op het einde van de 2e maand na het overlijden

 

Het gebeurt soms dat er geen erfgenamen zijn of dat deze zich niets van de situatie aantrekken. De verhuurder wordt dan geconfronteerd met een inboedel die blijft staan zodat hij niet opnieuw kan verhuren. In dat geval kan de verhuurder aan de Vrederechter vragen om een curator aan te stellen. Hij zal aan deze curator de huisraad, gelden en roerende waarden toevertrouwen die hij ter plaatse aantreft en waarvan hij een beschrijving maakt. De curator zal dan  de goederen verkopen. Komen er toch plots erfgenamen of legatarissen tevoorschijn, dan eindigt de taak van de curator.

 

De verhuurder heeft een voorrecht op de opbrengst van de verkoop van de inboedel.