Overlijden van de pachter
Bij het overlijden van de pachter loopt de pacht door. De erfgenamen of rechtverkrijgenden zetten deze dus verder.
Dit geldt niet als de verpachter of de erfgenamen / rechtverkrijgenden een opzeg doen.
De verpachter kan de opzeg geven enkel en alleen:
- indien deze mogelijkheid in de pachtovereenkomst staat
- de overleden pachter geen overlevende echtgenoot, afstammelingen of aangenomen kinderen of geen afstammelingen of aangenomen kinderen van de echtgenoot of geen echtgenoten van de voormelde afstammelingen of aangenomen kinderen nalaat
Een opzeg dient de verpachter te geven binnen één jaar na het overlijden en de opzegging heeft pas uitwerking twee jaar na de kennisgeving.
De erfgenamen of rechtverkrijgenden van de overleden pachter kunnen de pacht beëindigen mits zij, binnen één jaar na het overlijden, opzegging doen met een termijn van tenminste drie maanden.
De erfgenamen of rechtverkrijgenden van de overleden pachter kunnen overeenkomen de exploitatie gemeenschappelijk voort te zetten of een of meer hunner daartoe aanstellen. Bij gebreke van akkoord kan elk van de erfgenamen of rechtverkrijgenden de vrederechter verzoeken hem aan te stellen om de exploitatie van het pachtgoed voort te zetten, op last van de door het vonnis vastgestelde vergoeding uit te betalen aan de overige erfgenamen of rechtverkrijgenden.
Wanneer verscheidene belanghebbenden van dit recht van overneming gebruik wensen te maken, wordt de voorkeur gegeven in de hierna bepaalde orde :
- a) aan de overlevende echtgenoot;
- b) aan hem die de overleden pachter heeft aangewezen;
- c) aan hem die, ten tijde van het overlijden geregeld aan de exploitatie deelnam zonder noodzakelijkerwijze in de pachthoeve te verblijven;
- d) aan hem die door de meerderheid van de belangen of, bij gebreke van die meerderheid, door het lot is aangewezen.
Indien verscheidene erfgenamen of rechtverkrijgenden aanspraak maken op het voordeel van een der letters b of c, kunnen zij de pacht gezamenlijk overnemen.
Behoudens gewichtige redenen ter beoordeling van de rechter, moet de overnemer, of indien er verscheidene overnemers zijn, ten minste één van hen, persoonlijk de exploitatie van het overgenomen pachtgoed voortzetten gedurende ten minste negen jaar, te rekenen van de dag waarop het vonnis, dat de vergoeding vaststelt, definitief is geworden, op straffe van schadevergoeding aan de overige erfgenamen of rechtverkrijgenden ten bedrage van 20 pct. van de hierboven bedoelde vergoeding.
De erfgenamen of rechtverkrijgenden moeten aan de verpachter kennis geven van het akkoord dat zij hebben gesloten. Degene onder hen die door de rechter definitief is aangewezen om de exploitatie voort te zetten, moet hiervan aan de verpachter kennis geven. Iedere betrokken partij mag deze kennisgeving doen.
Indien de persoon of de personen die de exploitatie voortzetten, afstammelingen of aangenomen kinderen van de overleden pachter of van diens echtgenoot zijn of echtgenoten van voormelde afstammelingen of aangenomen kinderen, brengt de kennisgeving, behoudens geldig verklaard verzet van de verpachter, van rechtswege pachtvernieuwing mee.
Die pachtvernieuwing heeft ten gevolge dat, met handhaving van alle andere voorwaarden ten voordele van de overnemer of overnemers, een nieuwe eerste pachtperiode van negen jaar ingaat op de verjaardag van de ingenottreding van de overdrager volgend op de kennisgeving; bovendien is de overdrager ontslagen van alle uit de pacht voortvloeiende verplichtingen die na de kennisgeving zijn ontstaan.
De verpachter kan evenwel tegen de pachtvernieuwing opkomen door de vroegere en de nieuwe pachter, op straffe van verval, binnen drie maanden na de kennisgeving van de overdracht, voor de vrederechter te dagvaarden.
De vrederechter oordeelt of de redenen van verzet die de verpachter inroept ernstig en gegrond zijn, en met name of uit alle omstandigheden van de zaak blijkt dat de verpachter de als redenen van zijn verzet bekendgemaakte voornemens ten uitvoer zal brengen. Wordt het verzet toegelaten, dan wordt de pacht niet vernieuwd en heeft alleen de overdracht van de vroegere pacht gevolg.
Als ernstige redenen van verzet – waarom de afstammelingen niet zouden mogen pachter worden - kunnen uitsluitend worden aanvaard :
1° het feit dat de verpachter vóór de kennisgeving van de overdracht, geldige opzegging heeft gedaan;
2° het voornemen van de verpachter om het verpachte goed, binnen een termijn van minder dan vijf jaar zelf te exploiteren of de exploitatie ervan over te dragen aan zijn echtgenoot, zijn afstammelingen of aangenomen kinderen of aan die van zijn echtgenoot of de echtgenoten van de voormelde afstammelingen of aangenomen kinderen
3° zware beledigingen of daden van kennelijke vijandigheid van de overnemer tegen de verpachter of tegen leden van zijn familie die onder zijn dak wonen;
4° veroordeling van de overnemer uit hoofde van daden die het vertrouwen van de verpachter aan het wankelen kunnen brengen of de normale betrekkingen tussen de verpachter en zijn nieuwe pachter onmogelijk kunnen maken;
5° het feit dat de overnemer niet de vereiste beroepsbekwaamheid bezit of dat hij niet over de nodige materiële middelen beschikt om het verpachte goed behoorlijk te exploiteren 6° het voornemen van het openbaar bestuur of de publiekrechtelijke rechtspersoon die het betrokken goed hebben verpacht om het binnen een termijn van minder dan vijf jaar voor doeleinden van algemeen belang aan te wenden.
Indien het verzet werd toegelaten op grond van de redenen bepaald in 2° en 6°, kan de pachtovernemer de pachtvernieuwing vragen zonder dat een nieuw verzet, gegrond op dezelfde reden, mogelijk is, indien de persoonlijke exploitatie door degene die in het verzet van de verpachter is aangewezen of de aanwending voor doeleinden van algemeen belang niet is verwezenlijkt binnen de termijn die in het verzet is bepaald.
Hiertoe moeten de pachtovernemer of zijn rechtverkrijgenden een nieuwe kennisgeving van de pachtoverdracht doen binnen drie maanden na afloop van die termijn, op straffe van verval. Indien de pachtvernieuwing tot stand komt, gaat de nieuwe pachtperiode in op de verjaardag van de ingenottreding van de overnemer, volgend op bedoelde kennisgeving.
Zolang de kennisgeving niet is geschied, blijven de erfgenamen en rechtverkrijgenden hoofdelijk verbonden jegens de verpachter. Te rekenen van de kennisgeving zijn alleen diegenen onder hen die de exploitatie voortzetten, hoofdelijk gehouden jegens de verpachter tot de uit de pachtovereenkomst voortvloeiende verplichtingen die na de kennisgeving zijn ontstaan.