Tussenkomst van de overheid in de huurlasten

 

Er bestaan al sedert jaren mogelijkheden voor bepaalde huurders om tussenkomst in de betaling van het huurgeld te bekomen van het Vlaams Gewest:

  • De huurtegemoetkoming: wordt gegeven aan huurders die verhuisd zijn van een woning van een slechte kwaliteit
  • De huurpremie: wordt gegeven aan mensen die al minstens 4 jaar wachten op een sociale huurwoning.
  • De tegemoetkoming door het Fonds ter bestrijding van uithuiszettingen: voor elke huurder op de private huurmarkt 

 

1) De huurpremie

 

Bepaalde huurders kunnen beroep doen op het Vlaams Gewest om een huurpremie te bekomen. Het Besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van een tegemoetkoming voor kandidaat-huurders dd. 04.05.2012 bepaalt de voorwaarden waaraan je dient te voldoen. Dit is niet zo eenvoudig. Hieronder worden de belangrijkste zaken opgesomd.

 

Deze voorwaarden zijn:

  • Je huurt in het Vlaams Gewest een woning als hoofdverblijfplaats en hebt een huurcontract
  • De woning voldoet aan alle kwaliteitsnormen
  • Je staat als minstens 4 jaar ingeschreven op de wachtlijst van een een sociale huisvestingsmaatschappij (bij je woonplaats)
  • Je beschikt over een beperkt inkomen van maximaal:

*25.317 euro voor alleenstaanden zonder personen ten laste

*27.438 euro voor alleenstaande gehandicapten

*37.974 euro plus 2.123 euro per persoon ten laste voor alle andere gevallen

  • De huurprijs mag niet te hoog zijn

De huurprijs van de woning mag maximum 611,93 euro zijn. Hierbij kan je nog 20% extra tellen voor elke persoon die je ten laste hebt maar maximum tot 917,89 euro. Als je enkel een kamer huurt is  de maximale huurprijs 489,54 euro. Ook hier wordt dit bedrag verhoogd met 20% per persoon ten laste en maximaal tot 734,31 euro.

 Deze bedragen worden verhoogd met 10% als de woning op het grondgebied van een van de volgende gemeenten ligt:

   1° de grootsteden Antwerpen en Gent;

   2° de centrumsteden Aalst, Brugge, Genk, Hasselt, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Oostende, Roeselare, Sint-Niklaas en Turnhout;

   3° alle gemeenten in het grootstedelijk gebied Antwerpen: Aartselaar, Boechout, Borsbeek, Edegem, Hemiksem, Hove, Kontich, Lint, Mortsel, Niel, Schelle, Wijnegem, Wommelgem en Zwijndrecht;

   4° alle gemeenten in het grootstedelijk gebied Gent: De Pinte, Destelbergen, Evergem, Melle, Sint-Martens-Latem en Merelbeke;

   5° alle gemeenten in het arrondissement Halle-Vilvoorde;

   6° Bertem, Huldenberg, Kortenberg en Tervuren.

Deze maximumprijzen worden elk jaar geïndexeerd en zullen dus normaal gezien verhogen.

 

Er zijn natuurlijk uitzonderingen. Zo heb je geen recht op de huurpremie, zelfs al voldoe je aan de bovenvermelde voorwaarden wanneer:

  • Je in een sociale huurwoning woont
  • Je woont in een woning dat verhuurd wordt door een familielid tot en met de tweede graad dat op hetzelfde adres woont
  • Je al een tegemoetkoming kreeg die stopgezet werd (omdat je een sociale huurwoning kreeg of geschrapt werd op de wachtlijst of een aanbod van een geschikte sociale huurwoning heeft geweigerd of onroerende eigendom verwierf)

 

Het agentschap Wonen-Vlaanderen zal de kandidaat-huurder een formulier overmaken met de vraag dit in te vullen en terug te bezorgen.  Zij doen dit omdat zij weten wie er 4  jaar op de wachtlijst staat en over de  juiste gegevens beschikken.

Binnen de 4 maand en 10 dagen zal dan de beslissing volgen. De beslissing vermeldt het bedrag en de startdatum. Is de beslissing negatief, dan kan je beroep aantekenen door het versturen van een aangetekende brief binnen de 2 maanden na de betekening van de beslissing. Werd er niet tijdig een beslissing genomen, dan kan hiertegen ook beroep worden aangetekend.

De tegemoetkoming bedraagt 75% van de maximale huurprijs al dan niet met verhogingen De tegemoetkoming bedraagt maximaal 150 euro, te verhogen met 25 euro per persoon ten laste, tot en met de vierde persoon ten laste.

 

 2) De tegemoetkoming in de huurprijs voor woonbehoeftige huurders

 

Het Besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van een tegemoetkoming in de huurprijs voor woonbehoeftige huurders dd. 02.0.2007 is niet eenvoudig opgesteld.

Hierna volgende de belangrijkste voorwaarden voor het bekomen van de tegemoetkoming:

 

 

Voorwaarden van de woning

  • Je huurt een woning als hoofdverblijfplaats die aangepast is aan jouw fysieke mogelijkheden of van een inwonend gezinslid. Dit gebeurde na een verhuis van een huurwoning die niet aangepast was. Jij of het gezinslid dient ten minste 65 jaar oud te zijn of ernstig gehandicapt of
  • Je huurt een woning als hoofdverblijfplaats van een sociaal verhuurkantoor of
  • Je bent verhuist van een woning in het Vlaams Gewest naar een andere woning in het Vlaams Gewest (die aan alle kwaliteitsvereisten voldoet) omdat:
    • Je verliet de hoofdverblijfplaats die onbewoonbaar of overbewoond verklaard werd
    • Je verliet het pand waarvan de veiligheids- of gezondheidsrisico inhielden of de basisnutsvoorzieningen niet in orde waren
    • Je verliet de hoofdverblijfplaats die ongeschikt werd verklaard (voor zover die woning op het technisch verslag ofwel minstens drie gebreken van categorie III onder de hoofdrubrieken "Omhulsel" of "Binnenstructuur" ofwel minstens drie gebreken van categorie IV en zestig strafpunten gescoord heeft)
    • Je verliet een camping,…( openluchtrecreatief verblijf) waarin je al sinds 01.01.2001 je hoofdverblijfplaats had
    • Je vorige woning werd gesloopt
    • Je hebt een welbepaalde verhoging van het leefloon ontvangen
  • Je krijgt nog geen tegemoetkoming via het besluit van de Vlaamse Regering van 11.12.1991 of 04.05.2012
  • Het mag niet gaan om een woning die je huurt van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een sociale huisvestingsmaatschappij en ook niet van het Vlaams Woningfonds, een gemeente, een intergemeentelijk samenwerkingsverband, een OCMW of een welzijnsvereniging

 

Voorwaarden van de huurprijs:

De huurprijs van de woning mag maximum 611,93 euro zijn. Hierbij kan je nog 20% extra tellen voor elke persoon die je ten laste hebt maar maximum tot 917,89 euro. Als je enkel een kamer huurt is  de maximale huurprijs 489,54 euro. Ook hier wordt dit bedrag verhoogd met 20% per persoon ten laste en maximaal tot 734,31 euro.

Deze bedragen worden verhoogd met 10% als de woning op het grondgebied van een van de volgende gemeenten ligt:

   1° de grootsteden Antwerpen en Gent;

   2° de centrumsteden Aalst, Brugge, Genk, Hasselt, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Oostende, Roeselare, Sint-Niklaas en Turnhout;

   3° alle gemeenten in het grootstedelijk gebied Antwerpen: Aartselaar, Boechout, Borsbeek, Edegem, Hemiksem, Hove, Kontich, Lint, Mortsel, Niel, Schelle, Wijnegem, Wommelgem en Zwijndrecht;

   4° alle gemeenten in het grootstedelijk gebied Gent: De Pinte, Destelbergen, Evergem, Melle, Sint-Martens-Latem en Merelbeke;

   5° alle gemeenten in het arrondissement Halle-Vilvoorde;

   6° Bertem, Huldenberg, Kortenberg en Tervuren.

 

Deze maximumprijzen worden elk jaar geïndexeerd en zullen dus normaal gezien verhogen.

 

Voorwaarden van het inkomen:

Het inkomen van de huurder, vermeerderd met het inkomen van de inwonende gezinsleden, mag de volgende grenzen vermeld niet overschrijden.

  • 244 euro voor een alleenstaande zonder personen ten laste;
  • 940 euro voor een alleenstaande persoon met een bepaalde handicap en die geen andere personen ten laste heeft;
  • 365 euro, verhoogd met 1.697 euro per persoon ten laste voor anderen.Als een persoon beantwoordt aan de definitie van persoon ten laste telt die persoon voor twee personen ten laste.

 Deze inkomensgrenzen kunnen minimaal om de vier jaar worden aangepast.

 

De aanvraag

De aanvraag wordt ingediend bij het agentschap Wonen-Vlaanderen. Je zal een bepaald formulier dienen in te vullen en alle bewijsstukken bij te voegen.

De tegemoetkoming zal maximaal 75% van de huurprijs bedragen, eventueel met verhogingen voor inwonende personen ten laste.

 

 

3) Het Fonds ter bestrijding  van uithuiszettingen

 

Betaalbaar en degelijk wonen is een Grondrecht en de overheid heeft o.a. getracht middels het huurgarantiefonds hierin tussen te komen. Vanaf 01.06.2020 stopt de werking van dit fonds en zal het Fonds ter bestrijding van uithuiszettingen in werking treden (Besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van een tegemoetkoming aan het OCMW ter bestrijding van uithuiszettingen dd. 03.05.2019)

De bedoeling van dit fonds is huurders in een stabiele woonsituatie te brengen. Elke huurder op de private huurmarkt (dus niet in de sociale sector) kan van dit fonds gebruik maken.

De werkwijze gaat als volgt:

  • De huurder contacteert het OCMW en zegt dat hij gebruik wil maken van het fonds
  • Op dat ogenblik heeft hij een betalingsachterstand van minimum 2 maanden en maximum 6 maanden (van huur en kosten en lasten)
  • Deze achterstand begint pas vanaf 01.04.2020 (start nieuwe wetgeving, daarvoor gold het huurgarantiefonds)
  • De huurder contacteert ook de verhuurder die akkoord gaat met de tussenkomst van het fonds
  • Het OCMW onderzoekt de aanvraag en kan akkoord gaan (niet verplicht)
  • De huurder, verhuurder en OCMW sluiten een (begeleidings-)overeenkomst waarin o.a. staat dat de achterstand afbetaald kan worden
  • Het OCMW vraagt een tussenkomst in betaling van het fonds
  • Het OCMW zal dan dadelijk de helft van de achterstand aan de verhuurder betalen (max. 1.250 euro) en er zal een afbetalingsplan voor de andere helft worden overeengekomen

 

Door het sluiten van de overeenkomst zal de verhuurder dus geen vordering bij de Vrederechter kunnen instellen. Het is de bedoeling dat het afbetalingsplan wordt nageleefd zodat de huurder in een stabiele woonsituatie komt en de verhuurder zijn huurgelden volledig kan ontvangen.

 

Belangrijk om weten is:

  • De aanvraag gebeurt door de huurder, niet door het OCMW (hoewel zij dit wel kunnen voorstellen) of het fonds
  • Het OCMW is niet verplicht de huurder op deze manier te helpen. Zij zal een sociaal onderzoek voeren om na te gaan of dit wel de beste oplossing is. Elke situatie is immers anders en er kunnen ook andere hulpmiddelen worden gegeven. Dit geeft ook een zekere garantie naar de verhuurder dat deze werkwijze haalbaar is
  • De verhuurder kan ook zelf actie ondernemen en aan zijn huurder voorstellen het OCMW aan te spreken
  • Het akkoord van de verhuurder is absoluut vereist; er zijn geen aansluitingskosten 
  • De huurder zal door het OCMW worden begeleid
  • Het OCMW kan beslissen om het door haar aan de verhuurder betaald gedeelte later terug te vorderen van de huurder

 

Komt de huurder de overeenkomst (het afbetalingsplan) niet na, dan dient de verhuurder het OCMW op de hoogte te brengen. Het OCMW zal dan proberen een oplossing te zoeken en indien dit niet lukt binnen de 2 weken, dan (pas) kan de verhuurder naar de Vrederechter stappen.